Schildklierkanker

Over deze informatie
  • Laatste update:
  • 1 september 2021
  • Met medewerking van:
  • content van website Schildklier Organisatie Nederland

Wat is schildklierkanker?

Schildklierkanker is kanker uitgaande van de schildklier. De schildklier zit laag in de hals en maakt schildklierhormoon. Schildklierhormoon is belangrijk voor de stofwisseling. Een ander woord voor schildklierkanker is schildkliercarcinoom. Schildklierkanker is zeldzaam. Per jaar krijgen ongeveer 700 mensen in Nederland te horen dat ze schildklierkanker hebben. Er zijn vier soorten schildklierkanker. De meeste mensen met schildklierkanker hebben papillaire schildklierkanker of folliculaire schildklierkanker. Er zijn nog twee andere – zeldzamere – soorten schildklierkanker (medullaire schildklierkanker, anaplastische schildklierkanker).

Papillaire schildklierkanker
De meeste mensen (ongeveer 75%) met schildklierkanker hebben papillaire schildklierkanker. Bij deze soort schildklierkanker ontstaat de kanker in cellen die schildklierhormoon maken. Deze cellen heten de follikelcellen.
Papillaire schildklierkanker groeit over het algemeen langzaam. Er wordt over deze soort ook wel gezegd dat het ‘goed gedifferentieerd’ is. Goed gedifferentieerd betekent dat de kankercellen nog op gezonde schildkliercellen lijken. Meestal groeit een goed gedifferentieerde tumor langzaam en is de kans op uitzaaiingen op afstand niet groot. Met ‘op afstand’ worden uitzaaiingen bedoeld die verder in het lichaam zitten dan de lymfeklieren in de hals.
Bij papillaire schildklierkanker komen uitzaaiingen op afstand heel weinig voor. Wel zijn er geregeld uitzaaiingen in de lymfklieren. De uitzaaiingen in de lymfklieren kunnen meestal goed behandeld worden.

Folliculaire schildklierkanker
Ongeveer 15% van de mensen met schildklierkanker heeft folliculaire schildklierkanker. Deze soort schildklierkanker ontstaat ook uit de follikelcellen die schildklierhormoon maken. Het verschil tussen papillaire schildklierkanker en folliculaire schildklierkanker is alleen onder de microscoop te zien.
Folliculaire schildklierkanker groeit over het algemeen langzaam. Er wordt over deze soort ook gezegd dat het ‘goed gedifferentieerd’ is. Goed gedifferentieerd betekent dat de kankercellen nog op gezonde schildkliercellen lijken. Meestal groeit een goed gedifferentieerde tumor langzaam en is de kans op uitzaaiingen op afstand niet groot.
Bij folliculaire schildklierkanker komen uitzaaiingen heel weinig voor. Als de kanker niet behandeld wordt, kunnen de kankercellen uitzaaien naar de lymfeklieren, de botten en longen.

Medullaire schildklierkanker
Medullaire schildklierkanker is zeldzaam. Ongeveer 5-10% van de mensen met schildklierkanker heeft deze vorm van schildklierkanker.
Medullaire schildklierkanker ontstaat in de c-cellen van de schildklier. De c-cellen maken het hormoon calcitonine. Bij medullaire schildklierkanker is de hoeveelheid calcitonine in het bloed hoger dan normaal.
Als medullaire schildklierkanker wordt ontdekt, volgt vaak ook een verwijzing naar de klinisch geneticus voor stamboomonderzoek. Indien nodig wordt ook het DNA onderzocht in het bloed.
Een kwart van de mensen met medullaire schildklierkanker heeft de erfelijke vorm. Meestal hebben zij het MEN-2-syndroom. Familieleden van mensen met medullaire schildklierkanker krijgen ook DNA-onderzoek aangeboden. Als zij ook het MEN-2-syndroom hebben, blijven ze onder controle. Soms wordt de schildklier verwijderd uit voorzorg, dus voordat er symptomen van kanker zijn. Of dat nodig is, hangt af van de uitkomsten van het DNA-onderzoek en bijvoorbeeld uw leeftijd. De arts zal dit met u bespreken.
Medullaire schildklierkanker kan sneller groeien dan papillaire of folliculaire schildklierkanker. Er is ook een kans op uitzaaiingen. Als er uitzaaiingen zijn van medullaire schildklierkanker, zitten die vaak in de lymfeklieren in de buurt van de tumor, soms ook op afstand: in de longen, de lever of de botten.

Anaplastische schildklierkanker
Anaplastische schildklierkanker is de minst voorkomende soort schildklierkanker. Minder dan 5% van de mensen met schildklierkanker heeft anaplastische schildklierkanker.
Deze soort schildklierkanker komt vooral voor bij mensen boven de 65 jaar. Er is weinig bekend over het ontstaan van anaplastische schildklierkanker.
Anaplastische schildklierkanker is erg agressief. De tumor groeit snel en bij de diagnose is de tumor vaak al doorgegroeid in weefsel in de hals. Vaak zijn er uitzaaiingen verderop in het lichaam als de kanker ontdekt wordt.
Over anaplastische schildklierkanker wordt ook wel gezegd dat het een ‘ongedifferentieerde’ schildkliertumor is. De kankercellen lijken helemaal niet meer op gezonde schildkliercellen en ze delen erg snel.

Onderzoek & diagnose

Als u bij de arts komt met klachten die kunnen duiden op schildklierkanker, zal de arts eerst de hals onderzoeken. De arts voelt of er afwijkingen in de schildklier zijn en of de lymfeklieren in de hals mogelijk groter zijn dan normaal.
Om te onderzoeken of de schildklier goed werkt, wordt bloedonderzoek gedaan. In het bloed wordt bijvoorbeeld gekeken naar de hoeveelheid schildklierhormoon. Daarnaast wordt meestal ook een echo van de schildklier en de lymfeklieren in de hals gemaakt. Afhankelijk van uw klachten en de uitslagen van deze onderzoeken, kan ook nog ander aanvullend onderzoek worden gedaan: diagnostische operatie van de schildklier, punctie of biopt van de afwijking (prik in de schildklier), CT-scan, MRI-scan, PET-CT-scan.
Om te bepalen of en welke soort schildklierkanker het is, is microscopisch onderzoek van de schildkliercellen nodig door de patholoog. De patholoog gebruikt hiervoor cellen van een punctie (prik in de schildklier), of het weefsel dat bij een operatie weggehaald is.
Na de onderzoeken vertelt de arts of u schildklierkanker heeft en welke soort. Ook vertelt hij of zij hoe uitgebreid de ziekte is, hoe groot de tumor is en of er uitzaaiingen zijn. Vaak gebruiken artsen daar het woord stadium voor.

Behandeling

De behandeling van schildklierkanker verschilt per soort schildklierkanker. Welke behandeling het meest geschikt is, ligt bijvoorbeeld aan hoe agressief de tumor is en of er uitzaaiingen zijn.
Als het mogelijk is, verwijdert de chirurg de schildklier en eventuele uitzaaiingen met een operatie. Na de operatie is bij folliculaire en papillaire schildklierkanker vaak een nabehandeling nodig. Welke behandeling daarvoor het meest geschikt is, verschilt van het soort tumor. Meestal is dat radioactief jodium.
Bij de behandeling van uitgezaaide schildklierkanker zal de arts proberen de uitzaaiingen te verwijderen of de groei van de kanker te remmen. Chemotherapie is geen behandelingskeuze bij schildklierkanker. Soms is doelgerichte therapie mogelijk.
Naast bovenstaande behandelingen kunt u soms deelnemen aan behandelingen in onderzoeksverband (trials). U krijgt dan bijvoorbeeld een nieuwe behandeling of een combinatie van behandelingen waar artsen nog onderzoek naar doen.

Multidisciplinair overleg
De arts bespreekt uw ziektegeschiedenis met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). In veel ziekenhuizen in Nederland betrekken de artsen ook specialisten vanuit andere ziekenhuizen bij het multidisciplinaire overleg.

Behandelplan
De behandelend arts maakt samen met een aantal andere specialisten een behandelplan voor u. Zij gebruiken hiervoor landelijke richtlijnen.
Om een zo goed mogelijke behandeling te kunnen geven, is het onder andere belangrijk te weten:

  • welk stadium en kenmerken de tumor heeft
  • of er sprake is van erfelijke belasting
  • of er uitzaaiingen zijn

Maar ook uw persoonlijke situatie speelt een rol. Een behandelplan is dus maatwerk. Laat u daarom goed informeren over de behandelmogelijkheden zodat u samen met het behandelteam een weloverwogen besluit kunt nemen.

Behandelvoorstel bespreken
Na het multidisciplinair overleg zal de arts het behandelvoorstel met u bespreken. Tijdens dit gesprek kunt u ook uw wensen en verwachtingen aangeven. In sommige situaties zal de arts u een keuze voorleggen. Aan elk besluit zitten voor- en nadelen. Bespreek die met de arts. U kunt met uw vragen ook terecht bij een (gespecialiseerd) verpleegkundige.

Papillaire schildklierkanker
Behandeling
Mensen met papillaire schildklierkanker krijgen meestal een operatie waarbij de schildklier verwijderd wordt. Daarna volgt een nabehandeling met radioactief jodium om mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen. Bij kleine tumoren verwijdert de arts de helft van de schildklier, er volgt dan geen nabehandeling met radioactief jodium.

Vooruitzichten
Hoe bedreigend de papillaire schildklierkanker is, hangt af van hoe ver de kanker is uitgebreid. Bijvoorbeeld of de tumor verder in de schildklier of in de bloedvaten is gegroeid. De uitgebreidheid van de kanker heet ook wel het stadium van de kanker.
De overlevingskansen zijn het grootst als de tumor niet in andere organen is gegroeid en er geen uitzaaiingen op afstand zijn. Dan is tien jaar na de diagnose meer dan 95% van de mensen nog in leven.
De tumor kan wel terugkomen, dat gebeurt bij ongeveer 15 – 35% van de mensen. Meestal is dat in de lymfeklieren in de hals en is een operatie mogelijk. U komt daarom regelmatig terug in het ziekenhuis voor controles.

Folliculaire schildklierkanker
Behandeling
Mensen met folliculaire schildklierkanker krijgen meestal een operatie waarbij de hele schildklier verwijderd wordt. Daarna volgt een nabehandeling met radioactief jodium om mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen. Bij kleine tumoren verwijdert de arts de helft van de schildklier, er volgt dan geen nabehandeling met radioactief jodium.

Behandeling van uitzaaiingen
Als er uitzaaiingen zijn, kan de arts die soms verwijderen met een operatie. In de meeste andere gevallen volgen behandelingen met radioactief jodium. De arts kan ook een andere behandeling voorstellen zoals bestraling, radiofrequente ablatie (RFA) of chemo-embolisatie om de uitzaaiingen kleiner te maken of helemaal te vernietigen.
De uitzaaiingen kunnen niet altijd met radioactief jodium behandeld of verwijderd worden. Als dit niet mogelijk is, krijg je een behandeling om de ziekte zoveel mogelijk te remmen en de klachten tegen te gaan. Een ander woord voor deze behandeling is een palliatieve behandeling. De arts bespreekt welke mogelijkheden er zijn. Dat kan doelgerichte therapie of bestraling zijn. Chemotherapie wordt niet gegeven.

Vooruitzichten
Hoe bedreigend de folliculaire schildklierkanker is, hangt af van hoe ver de kanker is uitgebreid. Bijvoorbeeld of de tumor verder in de schildklier of in de bloedvaten is gegroeid. De uitgebreidheid van de kanker heet ook wel het stadium van de kanker.
De vooruitzichten zijn het best als de tumor niet in andere organen is gegroeid en er geen uitzaaiingen zijn. Dan is tien jaar na de diagnose meer dan 95% van de mensen nog in leven. Bij uitzaaiingen verder in het lichaam of wanneer de kanker in andere weefsels in de hals is gegroeid, is de 10-jaarsoverleving lager.
De tumor kan soms wel terugkomen. U komt daarom de eerste paar jaar terug in het ziekenhuis voor controles.

Medullaire schildklierkanker
Behandeling
Welke behandeling het meest geschikt is, ligt aan de grootte van de tumor en of er uitzaaiingen zijn. De arts bespreekt de voor- en de nadelen van elke behandeling met u.
De behandeling van medullaire schildklierkanker begint meestal met het verwijderen van de schildklier. Tijdens de operatie verwijdert de arts ook de lymfeklieren in de buurt van de schildklier. Er volgt geen behandeling met radioactief jodium na de operatie omdat bekend is dat dit niet werkt bij medullaire schildklierkanker. Soms is bestraling nodig, bijvoorbeeld als de tumor bij de operatie niet helemaal weggehaald kon worden en er een kans is dat de tumor terugkomt.

Behandeling van uitzaaiingen
Als er uitzaaiingen zijn, kan de arts die soms verwijderen met een operatie. De arts kan ook een andere behandeling voorstellen zoals bestraling, radiofrequente ablatie (RFA) of chemo-embolisatie om de uitzaaiingen kleiner te maken of helemaal te vernietigen.
De uitzaaiingen kunnen niet altijd verwijderd worden. Als dit niet mogelijk is, krijg je een behandeling om de ziekte zoveel mogelijk te remmen en de klachten tegen te gaan. Een ander woord voor deze behandeling is een palliatieve behandeling. De arts bespreekt welke mogelijkheden er zijn. Dat kan doelgerichte therapie of bestraling zijn. Hiermee kan de ziekte soms nog langere tijd onder controle gehouden worden. Chemotherapie wordt niet gegeven.

Vooruitzichten
De prognose bij medullaire schildklierkanker hangt af van hoe ver de kanker is uitgebreid. Dit heet ook wel het stadium van de kanker.
De overlevingskansen zijn het grootst als de tumor niet in andere organen is gegroeid en er geen uitzaaiingen zijn. Dan is tien jaar na de behandeling meer dan 90% van de mensen nog in leven.
Bij uitzaaiingen in de lymfeklieren of uitzaaiingen verder in het lichaam dalen de vooruitzichten. Van de mensen met uitzaaiingen verder in het lichaam, is 10 jaar na de diagnose zo’n 20% nog in leven.

Anaplastische schildklierkanker
Behandeling
Welke behandeling het meest geschikt is bij anaplastische schildklierkanker, verschilt per persoon. De arts bespreekt met je wat de mogelijkheden zijn. Radioactief jodium werkt bij anaplastische schildklierkanker niet.
Als het mogelijk is, probeert de arts de schildklier met een operatie te verwijderen. Vaak is een operatie niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat de tumor in andere organen of weefsels is gegroeid. De arts zal dan bespreken wat de mogelijkheden zijn, dat hangt onder andere af van de uitgebreidheid van de kanker. Dat kan bijvoorbeeld chemoradiatie zijn, een behandeling waarbij bestraling en chemotherapie tegelijk worden gegeven. Bij uitgezaaide anaplastische schildklierkanker zijn de behandelingen beperkt en meestal bedoeld om de klachten te remmen.
Anaplastische schildklierkanker is heel agressief en de ziekte gaat heel snel. U kunt ook afzien van een behandeling.

Vooruitzichten
Anaplastische schildklierkanker is een heel agressieve kanker. Vaak is de kanker uitgezaaid als het ontdekt wordt. De vooruitzichten van deze soort kanker zijn niet goed. Een deel van de patiënten overlijdt enkele maanden na de diagnose. Een jaar na de diagnose is 10-20% van de mensen nog in leven.

Ideeën & opmerkingen

Heeft u naar aanleiding van deze informatie ideeën of suggesties dan verzoeken wij u contact op te nemen.